De wereldberoemde Grote Zaal van Tivoli Vredenburg is in de jaren zeventig ontworpen door architect Herman Hertzberger. Welke muziek inspireerde hem? Had hij een zwak voor de elektronische muziek uit de jaren zeventig? Dan zou hij de minimalistische, elektronische dreampop van het voorprogramma Dallas Acid [foto hieronder] misschien wel appreciëren. Het trio zegt geïnspireerd te zijn door Duitse en Franse elektronische muziek uit die tijd.
Op het podium bedienen Christian Havins en Michael Gerner de synthesizers en produceren ze een kosmisch geluid. Linda Beecroft zingt, bespeelt de enorme gong en drums. Deze seventiestrip is niet ieders cup of tea. Zéker niet zonder plakje spacecake.
De achthoekige Grote Zaal met veel hout, bordesjes, schuine wanden en ruim 1700 stoelen dicht op elkaar is inmiddels vrijwel helemaal gevuld. Stilletje komen Bill Callahan en zijn muzikanten het podium op. Zodra de bariton begint te zingen vallen ruimte, tijd en andere liefhebbers weg alsof hij alleen in jouw oor zingt. Zijn verhalen en emoties alleen met jou wil delen.
De meeste verhalen van vanavond zijn terug te vinden op zijn recente album Shepherd in a Sheepskin Vest. Deze zesde lp onder zijn eigen naam (eerder maakte hij er dertien onder de naam Smog) liet bijna zes jaar op zich wachten. De inspiratie was er domweg niet. Door privégebeurtenissen (verhuizen, overlijden van zijn moeder, huwelijk met fotografe Hanly Banks en de geboorte van zijn zoon) staat de 53-jarige Callahan tegenwoordig op een andere manier in het leven. Dat hoor je terug in zijn muziek en teksten; het is niet louter donker, somber en eenzaam meer maar hij zingt met warmte en dankbaarheid over zijn jeugd, zijn moeder en zelfs The Hulk. Zijn humor is gedurende de lange sabbatical gelukkig niet verloren gegaan.
Twee uur lang staan ze op het podium: geen opsmuk, gewoon vier mannen in geruite blouses, geen dansjes. Wél een kwartet van topmuzikanten die de weg plaveien voor de diepe en warme keelklanken van meesterverteller Bill Callahan.
De avond opent met van het nieuwe repertoire ‘Angela’ en ‘747’, waarbij door gitarist Matt Kinsey de enige rekwisiet van de avond wordt gebruikt als E-bow: een speelgoedvliegtuigje. Zelfs geen vliegtuig kan de aandacht afleiden van hetgeen Callahan te vertellen heeft: “Flying through some stock footage of heaven.” Ook nummers uit Callahans bestaan voor het huiselijke geluk passeren de revue: ‘America!’ en ‘Let’s Move to the Country.’ Het ensemble brengt ook een ode aan David Berman (frontman Silver Jews), die in augustus overleed, door zijn nummer ‘Trains across the Sea’ te coveren.
Medebariton Nick Cave rankt ‘One Fine Morning’ van Bill Callahan op nummer tien in zijn ‘hiding songs’, een lijst van zijn tien favoriete nummers die hij deelt in zijn blog The Red Hand Files. Ook op de setlist van deze avond ontbreekt het nummer niet.
Tijdens de bijna tien minuten durende afsluiter ‘The Beast’ speelt speelt Dallas Acid mee. Als toegift volgt nog ‘Riding the Feeling’ van het album Apocalypse. Hoe toepasselijk zijn zijn woorden:
“I asked the room if I’d said enough
No one really answered
They just said, “Don’t go, don’t go, don’t go, don’t go, don’t go”
Well all this leaving is never ending”
Bill Callahan snijdt, niets en niemand ontziend, dwars door de ziel, verwoordt wat je nog niet wist te duiden. Regelrecht in je hart.
Dallas Acid
Bill Callahan
Beeld: Jan Rijk