De laatste maanden zijn bands uit Australië die Vera te Groningen aandoen, in de meeste gevallen punkbands. Toch is Babe Rainbow uit Byron Bay van een heel andere orde. Het gezelschap maakt al ruim tien jaar laidbackmuziek, met raakvlakken aan psychedelische klanken, surfpop, easy listening en latin. In 2018 zou Babe Rainbow in Vera spelen, maar dat optreden werd op het laatste moment afgelast. Zeven jaar later staat de band er alsnog, met in de achterzak van de korte broek: het dit jaar verschenen Slipper imp and shakaerator.

Pleun Stork studeerde afgelopen mei af aan het conservatorium en maakte eerder deel uit van onder andere de indierockformatie Tape Toy. Onder de naam plonki [foto hierboven] maakt ze voor het eerst solo muziek. Recent verscheen haar eerste ep Kicking At My Heels. De zes dromerige indiepopsongs zitten vol prachtige wendingen, waarbij het zeker ook de stevige kant opgaat.
Uiteraard doet de sympathieke Pleun live op zang, gitaar en toetsen haar uitstekende ding, maar ook haar drie secondanten spelen prima. Zo spint het spelplezier uitstralende kwartet de nummers nog meer uit dan op plaat, met als gevolg dat ook jazz en shoegaze komen bovendrijven. En nu ze toch met haar tweede gitarist op het podium staat, krijgt het hardere gitaarwerk eveneens vrij spel. Met als gevolg een even gevarieerd als ongrijpbaar, maar bovenal uitstekend optreden. Ik zou haar niet overslaan tijdens de komende Popronde.

Buiten miezert het, binnen bestijgt Babe Rainbow [overige foto’s] het podium om zonnige en relaxte klanken te spelen. Zanger Angus Dowling laat nog even op zich wachten, maar in het maagdelijk wit gestoken komt ook hij op. Met zijn grote zonnebril oogt hij als een kruising tussen Ian Brown van The Stone Roses en Elton John. Hij heeft aan één stel maracas niet genoeg, hij doet het met twee. Daarnaast doet hij regelmatig zijn tamboerijn om de nek, wanneer hij deze niet gebruikt. Hij oogt uitermate relaxed en tegelijkertijd onverschillig, en vertelt over xtc, katers en het leuke Groningse café waar de band de middag doorbracht.
Tussen zijn slungelige bewegingen door, is zijn vocale bereik live al net zo indrukwekkend als op plaat. Babe Rainbow speelt met achttien, voornamelijk midtemposongs een dwarsdoorsnede uit het oeuvre. Waarbij de prima gitarist Jack “Cool-Breeze” Crowther met funklijnen het zonnetje in huis is. Bassist Elliot “Dr. Love Wisdom” O’Reilly stuwt met jarenzestigspel de songs de juiste kant op. Drummer Miles Myjavec vliegt nergens uit de bocht, maar daar zijn het de songs ook niet voor.
Het sterke punt van de platen van Babe Rainbow is de toevoeging van retro-effecten als galm en beeldende bastonen, maar ook tropische invloeden als conga’s. Op het podium blijft dit, afgezien van een ritmebox, helaas achterwege. De nummers klinken op die manier enigszins inwisselbaar, met uitzondering van filmische uitvoeringen van ‘The Wind’ en ‘LONG LIVE THE WILDERNESS’. En hoewel de constante, zeer prettige groove van de songs overeind blijft, zou improvisatie het concert echt spannend maken. De nummers lenen zich er in ieder geval uitstekend voor. Nu blijft het allemaal wat hangen in goede bedoelingen, met kop en staart.


