Wie door de lange rij voor de uitverkochte Melkweg iets na aanvang de Upstairs-zaal binnengaat, komt gelijk terecht in een vrolijke chaos. Een zanger in een rood, leren jarenzeventigpak met ontbloot bovenlijf springt het podium af en loopt vervolgens minutenlang met zijn microfoon door het publiek. Met een orkestband als begeleiding brengt hij zijn ietwat melige nummers ten gehore. Als climax aan het eind van het optreden klimt hij op de reling van het balkon, waar hij vervaarlijk op balanceert terwijl hij doorzingt. Het moge duidelijk zijn: de stemming zit er nu al goed in.
De man die hier het publiek opwarmt is Ryder the Eagle, de gitarist uit de band van Adam Green: degene voor wie de zaal vanavond gevuld is. Adam Green was begin jaren negentig een van de bekendere gezichten van de anti-folk: rauwe, lofi muziek met spottende, absurdistische teksten. Eerst samen met Kimya Dawson in The Moldy Peaches, en vanaf 2002 als soloartiest, waarbij Green zijn muzikale horizon sindsdien verbreed heeft tot een iets meer geproduceerd indiepopgeluid.
Jackie Cohen
Na de opening van Ryder the Eagle is het eerst nog tijd voor het officiële voorprogramma: de 27-jarige Amerikaanse zangeres Jackie Cohen. Op de kruk naast haar zit Kevin Basko, die haar op akoestische gitaar begeleidt. Het duo heeft een hoog schattigheidsgehalte en de muziek klinkt ook zo: twee pop met een vleugje jarenzestiggeluid en invloeden uit folk en country. Beklijven zal het niet echt, maar het is bijzonder aangenaam om naar te luisteren.
Adam Green
Onder de zonnige klanken van The Beach Boys’ ‘Kokomo’ komt de band van Adam Green het podium op. Niet veel later verschijnt ook de zanger zelf, die gelijk van start gaat met ‘Cigarette Burns Forever’. En met het begin van het optreden lijkt er ook gelijk een vrolijkheid in de zaal te ontstaan die de rest van de avond niet meer zal verdwijnen.
Vanaf de eerste klanken van het openingsnummer wordt er al gedanst, en het aanstekelijke ‘Emily’ dat erop volgt wordt bovendien ook meegezongen. Niet alleen het publiek heeft het erg naar zijn zin, ook bij Adam Green spat het plezier ervanaf. Hij stuitert en springt over het podium terwijl hij gekke dansjes doet en high fives en knuffels uitdeelt op de eerste rijen. Het leuke is dat dit geen effectbejag of bespelen van het publiek lijkt, maar dat het overkomt alsof Green hier oprecht lol in heeft. Hierdoor is de sfeer er af en toe bijna meer een van een goed feestje met vrienden dan van gewoon een goed concert van een muzikant voor zijn fans.
De nummers volgen elkaar in rap tempo op. De vele aanstekelijke, dansbare liedjes worden afgewisseld met croonerachtige songs in een lager tempo als ‘Cheating on a Stranger’ (van het nieuwe album Engine of Paradise) en ‘Who’s Your Boyfriend’. Ook is er een intermezzo waarin Green eerst alleen met gitaar op het podium staat en vervolgens een duet met Jackie Cohen speelt.
Adam Greens droge stemgeluid geeft dit alles af en toe een humoristisch, ironisch tintje, maar het wordt stuk voor stuk wel degelijk perfect uitgevoerd. Indrukwekkend is bijvoorbeeld ‘Gemstones’ van het gelijknamige album uit 2005, een relatief complex nummer vol tempowisselingen. Ook muzikaal geeft Green zich dus helemaal.
Aan het eind van de uitgebreide setlist bereikt het concert zijn hoogtepunt tijdens de toegift. Green springt zelfs nog het publiek in om een stukje te crowdsurfen. Tijdens afsluiter ‘Dance with Me’ (waar sommige fans in het publiek al de hele avond naar uitkijken) is de zaal één dansende, springende en zingende massa geworden.
De vrolijkheid en energie van Adam Green en de moeiteloze chemie tussen hem en het publiek hebben het tot een geweldige avond gemaakt. Voor zover je nog geen goed humeur hád, heb je dat tijdens dit concert wel gekregen, en kun je niet anders dan de zaal met een grote glimlach op je gezicht verlaten.